zondag 22 oktober 2017

Overgroeide vijver te voorschijn halen.


In het begin van het voorjaar heb ik nog een vijver. Dan zie ik nog water.
Maar al gauw gaat de beplanting het water overgroeien: aanvankelijk het waterdrieblad, dan de watermunt. Nog later gaan de oeverplanten overkruipen. De kattenstaart en vooral de stengels van de Polygonum amplexicaulis, die bloeien vanaf juli tot de eerste nachtvorsten, gaan royaal overhangen.




In augustus vormen deze bloeiwijzen samen met de bloeiende watermunt een aantrekkelijk geheel.


Door de vroege twee stormen, die we al hadden, was de beplanting al flink ingestort: het was een rommeltje. (hieronder nog voor de storm)


Na de eerste nachtvorst gaan de stengels toch wel een trieste, bruine massa worden, die langzaam in het water gaat verteren. Dat kan wel eens teveel worden in een betrekkelijk kleine vijver van 2 bij 3 meter.
Al een jaar of drie vond ik het eigenlijk nodig daar in oktober wat aan te gaan doen. Zoals in heel Nederland in oktober de waterlopen worden schoongemaakt (“gehekkeld” zeggen we hier in Friesland) . Dat gebeurt in oktober omdat dan het waterleven het minst verstoord wordt.

Maar ja, ik stelde het maar uit, omdat ik meende dat het toch wel een hele grote klus zou zijn. Hoe kreeg ik al die planten netjes uit het water, zonder schade aan het vijverrubber aan te brengen? Zaten de planten niet erg vast en moest ik daar erg veel kracht voor gebruiken?

Door de mooie weer van de afgelopen week besloot ik het aan te pakken.
Laarsen aan, hark met botte punten en de heggenschaar. Goed anti tekenspray aanbrengen op mijzelf.


Ik knipte eerst de sterk overhangende begroeiing langs de randen van de vijver af. Ik kon toen de stengels zonder veel moeite uit het water halen. Daarna ging ik met de hark de drijvende planten te lijf. Het bleken enorme plakkaten watermunt te zijn, die zich gemakkelijk lieten verwijderen.
Een deel van het overheersende waterdrieblad ging er ook uit. En toen bleek de vijver al heel aardig opgeschoond. Na een klein uur was ik nota bene klaar!


En tegen die klus had ik minstens drie jaar opgezien. Tja.
Een paar dikke kikkers zwommen wat verontrust rond.

Ik zag weer een vijver, maar wél kaalslag.
En ik was zeer tevreden.

dinsdag 3 oktober 2017

De Dinkel: een uniek beekdal.


Wij brachten onze vakantie tijdens de eerste twee weken van september door in een vakantiehuisje in Beuningen in Twente (Overijssel). Ons voornaamste doel was het gebied rond het riviertje de Dinkel te verkennen.
De Dinkel ontspringt in Duitsland en komt bij Losser Twente binnenstromen, waarna hij zijn vrijwel natuurlijke loop noordwaarts volgt en bij Ootmarsum de Duitse grens weer passeert.
Het riviertje meandert langs het Lutterzand, een gebied met zandheuvels, die overgebleven zijn van de laatste IJstijd. De Dinkel heeft daar vrij steile wanden uitgeslepen aan de westzijde van de zandheuvels, terwijl aan de andere zijde van de Dinkel het lagere, groene land zichtbaar is.


Die steile zandwanden en het natuurlijke meanderen maakt, dat zich hier een voor Nederland uniek landschap heeft gevormd met één van de weinige, natuurlijke beeklopen, die er nog zijn.
Het wat geelbruine water duidt niet op vervuiling, maar betekent dat het water ijzerhoudend is.


Niet voor niets is het Lutterzand een beschermd natuurgebied, met een boeiende flora en fauna.
Bekend zijn ijsvogeltjes en oeverzwaluwen, die graag in de steile wanden nestelen.



Omdat het in het hoogseizoen een drukbezocht gebied is geworden, heeft men delen van het oevergebied voor het publiek afgesloten.


Een wandeling door het gebied is het best te beginnen bij de grote parkeerplaats van Paviljoen Lutterzand. 


Wanneer je het fietspad volgt, zie je vrijwel niets van de Dinkel. Neem het voetpad en volg dat tot je niet meer verder kunt. Halverwege kun je even zitten bij het bosrestaurant de Lutte Hutte. Maar dat is alleen maar open bij goed weer en wanneer er publiek te verwachten is.

Hieronder meer foto’s van deze mooie wandeling.