zaterdag 27 september 2014

De tuin van Ton ter Linden: fini.


Op 14 september sloot de inmiddels 79-jarige tuinontwerper Ton ter Linden zijn - w.s. laatste - (privé)tuin in het Friese Veenhoop voor het publiek. Huis en tuin staan in de verkoop.
De tuinen van Ton ter Linden zijn van een grote schoonheid en hebben me decennialang zeer geïnspireerd.
Van de laatste wandeling, die we door zijn tuin konden maken, heb ik een aantal foto's gemaakt. Met deze foto's luister ik onderstaand stukje op.


Mijn eerste bezoek aan de 1,5 ha grote tuin van Ton ter Linden in Ruinen zo'n 18 jaar geleden was voor mij een absolute eye-opener. Met ecologisch tuinieren was ik al bekend, maar dat een natuurlijke tuin ook een zo grote esthetische beleving kon oproepen, dat was nieuw voor mij. Schitterende fijnzinnige en kleurrijke combinaties van planten, speels en intuïtief gecomponeerd én onderhouden door een kunstenaar: de aquarellist Ton ter Linden. De tuin in Ruinen was in 1996 al zo'n 25 jaar oud en sinds 15 jaar opengesteld voor publiek, dat zich weldra ook vanuit het buitenland naar zijn tuin spoedde. 


Het onderhoud van zijn tuin is intensief. Hij stelt hoge eisen aan de compositie van zijn plantencombinaties en werkt(e) dagelijks uren in zijn tuin. Na het inplanten is zijn enige werktuig de aspergesteker. Hiermee kan hij ongewenste kruiden, met een minimum aan verstoring van de grond, met wortel en al eruit wippen.



In de jaren zeventig van de vorige eeuw waren er meer tuinontwerpers die tuinen gingen aanleggen met respect voor de grond, voor plant en dier zonder het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Men zocht naar sterke, natuurlijk aandoende planten, die toegepast werden op een lossen manier, zodat het leek of de natuur het zelf zo had gedaan. Men noemde deze stroming "Dutch wave" en Ton ter Linden, Henk Gerritsen en Piet Oudolf werden als de voorlieden van deze stroming beschouwd. Zij werkten individueel, maar er waren zeker contacten. 

Henk Gerritsen, van de nog bestaande Prionatuinen, is in 2008 helaas overleden. Hij was degene die in zijn tuinvisie misschien wel het meest dicht bij de natuur bleef.
Ton ter Linden, de kunstenaar, die ook wel de "Nederlandse Monet" wordt genoemd vanwege zijn feilloze kleurencombinaties. 


En Piet Oudolf, die sinds tien jaar ook internationaal faam geniet door ontwerpen op A-locaties in Amerika, Engeland, Duitsland, Canada. Hij is de man van het grote gebaar, prairietuinen, grassen met groot tuin-architectonisch inzicht. Zijn privétuin in Hummelo is zo nu en dan te bezichtigen.


Voor Ton ter Linden werd de publieke belangstelling in 1999 teveel. Hij wilde zich meer gaan toeleggen op het aquarelleren en verhuisde met zijn levenspartner, de fotograaf Gert Tabak, naar Limburg. Daar ontstond toch weer een privétuin. De omgeving ervan bleek jammer genoeg te druk en te lawaaiig, zodat beiden in 2008 een huis met 3200 m2 grond kochten in in het afgelegen Veenhoop in Friesland (ten westen van Drachten). Rond de grote bestaande vijver creëerde Ton een nieuwe tuin, die op op verzoek de laatste jaren beperkt was opengesteld. 


Ik beschouw het als een voorrecht dat ik deze tuin nog een aantal malen heb kunnen bezoeken, en een paar weken geleden dus voor het laatst.
Een mooi recent interview met Ton en Gert vind je op de verder ook interessante groenblog / site "Groenjournalistiek".

donderdag 18 september 2014

Heerlijk nazomer.


Gelukkig brengt de septembermaand ons heerlijk nazomerweer. Niet te warm, niet te koud. Pas vanaf zondag gaat de temperatuur terug naar normale waarden.
Het is weer om door je tuin te lopen om te kijken waar het een en ander moet worden bijgesteld, welke plant moet worden ingetoomd en op welke plek verbeteringen mogelijk zijn.
Eind augustus en september is een goede tijd voor aanpassingen. Je kunt bepaalde planten al scheuren en verplanten. Je kunt nieuwe planten in de grond zetten. In tegenstelling tot het voorjaar zie je beter hoeveel ruimte de aanwezige planten innemen en waar nog plaats is. De zon brandt niet meer zo fel - als hij al schijnt ;-) - en de nieuwe aanplant zal bij een goede bewatering nog snel nieuwe wortels vormen voor de winter invalt.
Tijdens onze vakantie twee weken geleden bezochten we Kwekerij de Hessenhof in Ede: planten worden daar in eigen gemaakte bladaarde opgekweekt, zijn sterk. Tevoren had ik een lijstje gemaakt. We gingen naar huis met een volgepakte auto, waarin de kist met planten domineerde.


Thuis gekomen blijkt dat je weer hard moet nadenken waar de betreffende planten dan wel moeten komen. Dat valt nog niet mee in een volle tuin. Meestal moet een gewone "geranium" het veld ruimen.
Wanneer je de nieuwe aanwinsten tenslotte plant, zie je voor je geestesoog de mooie combinaties die zich het volgend jaar daar ter plaatse zullen gaan ontwikkelen...
Op dit moment zijn sommige kwekers en tuincentra vaste planten behoorlijk aan het afprijzen. Dat schept weer nieuwe verleidingen. Ook vandaag zwichtte ik weer voor aardige planten, 5 voor 2,95.
Als ik ze niet kwijt kan zet ik ze gewoon in een grote pot.... Vaak is je oog groter dan de beschikbare plek.

Sanguisorba alba
Zo is er behoorlijk gewerkt in de tuin de afgelopen week. Maar ook lekker gezeten en genoten van dat typische milde, zachte septemberlicht dat door de tuin heen speelt.
Het leven kan zo goed zijn in de nazomer.




woensdag 10 september 2014

Dansende bomen en de suggestie van een oerbos: het Speulderbos.


Wanneer zo natuurlijk mogelijk tuinieren je passie is, zijn bossen, die al decennia lang met een minimum aan menselijk ingrijpen beheerd worden, buitengewoon boeiend om te bekijken.
Onze vakantieplek grensde aan het Speulderbos bij Garderen (Gelderland). Dit bos behoort tot de weinige oudste Nederlandse bossen, het is samen met het aansluitende Sprielderbos 3300 hectare groot en vrijwel verkeersluw.
De ondergrond van deze wat hoger gelegen bossen bestaat uit een stuwwal. die opgeworpen is in de voorlaatste ijstijd, die Nederland tot aan de grote rivieren met ijs bedekte. Zichtbare overblijfselen zijn de z.g. duinen in het oostelijke gedeelte van het bos en een pingoruïne: het Solse gat.

duinen
Een pingoruine is een diep gat, waar langdurig een groot overgebleven brok gletscherijs heeft gelegen. In het Solse gat is voorheen ook leem gewonnen, het is nu interessant vanwege het planten- en dierenleven.
blik op het Solse Gat
Niet ver van het Solse gat liggen enkele grafheuvels: sporen van menselijke bewoning zo'n 3000 jaar geleden.

grafheuvel
 Het Speulderbos wordt wel "het bos van de dansende bomen" genoemd. In grote delen van dit bos zie je hoge, kromme, gebogen beuken en een enkele eik. Ze lijken te dansen. De verklaring van dit fenomeen is dat in vroeger tijden de rechte bomen gekapt werden voor de bouw, de kromme liet men staan. Het geeft een apart karakter aan dit bos. 


dansende bomen
Het beheer van Staatsbosbeheer is erop gericht natuurlijke processen zoveel mogelijk te stimuleren, door oude bomen te laten afsterven, omvallen en verteren. Schimmels, zwammen, korstmossen en mossen doen hun werk.


Er komt veel grote en kleinere dieren voor, je kunt er in de schemering wild spotten.
Dit alles geeft deze bossen een zeer natuurlijk karakter, je waant je soms even in een ongerept oerbos. Dit is echter een illusie. In Nederland is het laatste oerbos eind 19e eeuw gekapt: het moerasbos Beekbergerwoud (Klarenbeek, bij Apeldoorn), dat zich gedurende 8000 jaar ongestoord had kunnen ontwikkelen. Omdat men landbouwgrond nodig had, werd dit bos in twee jaar tijd (!) gekapt, van 1869 tot 1871, de opbrengsten vielen tegen...  
Natuurmonumenten probeert ter plekke het gebied weer nieuw leven in te blazen, er zitten nog veel zaden in de grond en bepaalde zeldzame planten kwamen nog steeds in het gebied voor.
Restanten ongerept oerbos komen nog slechts op enkele plaatsen in Europa voor.

Desondanks krijg je in het Speulder- en Sprielderbos een idee van wat Europees oerbos zou kunnen zijn. Ik ben altijd zeer onder de indruk van de diversiteit aan plantengroei die een miniklimaatje rond een oude boomstronk van een omgevallen boom oplevert.
mossen en korstmossen op een oude boomstronk
Het leert je, dat je ook in kleine tuinen hoogteverschillen kunt toepassen om miniklimaatjes te creëren, waarin bijzondere plantjes, mossen e.d. zich kunnen ontwikkelen.