dinsdag 29 november 2011

Gras met doorvallend licht.

Na een mistige en daarna bewolkte week gisteren en vandaag eindelijk een beetje zon. Het licht viel heel mooi door het grootste gras heen, dat ik in de tuin heb staan: de Molinia caerulea 'Transparent", een grote pijpenstro.
Het zal niet meer lang duren, dan slaat het gras plat door wind en regen.
Ik ben wel eens benieuwd hoe het er nu uitziet in de z.g. prairietuinen, waarvan er de laatste jaren veel zijn aangelegd. Een mooie vrij jonge bevindt zich in Wilp (west Groningen) en een héle mooie oudere in Vriescheloo (oost Groningen).
Beiden liggen naast een gespecialiseerde grassenkweker.
Omdat grassentuinen hun hoogtepunt beleven in september en oktober, blijft een nieuw bezoek aan deze tuinen nog haast een jaar in het "to do"boekje.

vrijdag 25 november 2011

Oer, wild en simpel.

Waarschijnlijk is het een romántisch verlangen naar een eenvoudig leven in de oernatuur dat me steeds weer bekruipt. Een simpel huisje met een moestuintje met veel oude, wilde groenten, met wat hoenders en een paar gezellige, wilde varkentjes die automatisch je grond omploegen wanneer dat nodig is ;-)
Een geit die voor de melk zorgt en twee grote honden en een stel katten.
Ja, ja: ik weet wel dat geiten stoute uitbrekers zijn en dat varkentjes ook zo een gebruiksaanwijzing hebben.
Maar ik kan zó naar verlangen...
Intussen doe ik iets van dat alles op kleine schaal. Een wilde tuin met een beetje wilde groenten, nog slechts één hele leuke, bejaarde poes. Het bos is gelukkig vlak bij.
Voor mij als senior, die niet meer zo'n oerkracht heeft, is dit wel het maximale dat momenteel haalbaar is.
Maar in deze stukjes zal ik herhaaldelijk iets laten zien van het "wilde" dat ik steeds weer hoop te vinden op een kleine schaal.

dinsdag 22 november 2011

Wilde tuin.

Heel boeiend vind ik een wilde tuin waarin de natuur je steeds weer  verrassingen brengt. Een onbekende plant, die je niet onmiddellijk kunt thuisbrengen, een bekende plant die op een ongebruikelijke plaats opkomt en dan geweldig gaat gedijen, een pad of een bijzondere kikker, een vogel... het zijn interessante gebeurtenissen.
Natuurlijk stuur ik wel bij. Kweekgras en zevenblad tolereer ik alleen achter de schuur bij de sloot. Paardenbloemen gaan in een pot (molsla in het voorjaar) en een enkele brandnetel moet blijven.
De grond wil ik wel graag bedekt hebben. Blote grond vind ik eigenlijk onnatuurlijk en mag alleen in het stukje "moestuin" dat niet meer dan een paar vierkante meter beslaat. Daar kan ik dan beter een experiment doen met een plant die extra aandacht nodig heeft.
Verder vind ik het heel spannend als de bodem bedekt raakt met een scala van kleine en grotere planten die zelf een soort gemeenschapje gaan vormen. Zelfs op héél kleine schaal - een stukje van 10 bij 10 cm  - vind je dan een heel mooi minibiotoopje.

vrijdag 18 november 2011

Moord in de tuin.


Dit zijn de resten van een moordpartij. Een zorgvuldig geplukte vogel. Geen kop, geen pootjes. Heeft een duif zulke subtiele bruine veertjes? Het was zeker geen klein zangvogeltje.
En de dader: vermoedelijk de buizerd, de enige roofvogel die hier regelmatig gespot wordt. De vreemdste ervaring die ik een jaar geleden met deze vogel had was de volgende.
Toen ik op een rustige middag wat rondliep in de tuin hoorde ik een vreemd gepiep: het was een klein schreeuwend vogeltje in de klauwen van een vlak boven mijn hoofd passerende buizerd.

dinsdag 15 november 2011

Metasequoia: levend fossiel.




De metasequoia ( glyptostroboides) - ik schreef eerder over de stamstructuur - behoort in de herfst tot de mooist verkleurende bomen. Dit jaar,  hier in de tuin,  in veertien dagen van goudgeel via bruin naar rood.
Toen ik jaren geleden hoorde dat deze boom eigenlijk een levend fossiel is - men dacht dat hij in de laatste ijstijd was uitgestorven - was mijn belangstelling gewekt.
Halverwege de vorige eeuw vond men exemplaren terug in Centraal China; en via stekken en zaaien heeft men de boom vermeerderd.
De boom is aantrekkelijk vanwege de fraaie kegelvorm en de mooie herfstkleur, de snelle groei en de goede gezondheid. In onze streken kunnen ze 25 meter hoog worden en in de Benelux zijn er veel aangeplant.
Ze vragen dus de ruimte en vochthoudende grond - de Nederlandse naam is niet voor niets watercypres. Onze tuin ligt op een oud veenpakket dat goed vocht vasthoudt. De boom voelt zich hier thuis en groeit snel, waardoor een planter in de seniorenleeftijd nog een goede kans maakt van een flinke boom te kunnen genieten ;-)
Met de enigszins verwante moerascypres (taxodium distichum, bakermat Noord-Amerika) en de larix behoort hij tot de enige bladverliezende coniferen.

vrijdag 11 november 2011

Koukleumen op zoek naar warmte.


In een hoekje van een beschut liggend raamkozijn zitten deze groene gaasvliegen te koukleumen. Ze proberen zich in het kiertje te wringen om zo iets van de binnenwarmte mee te krijgen. De groene gaasvlieg eet bladluizen en is dus een nuttig insect in de tuin. Hopelijk gaan ze de winter overleven.
En daar zat tegen een ander raam deze groene sprinkhaan vermoedelijk ook de warmte te zoeken. Een sprinkhaan doet me altijd aan warme landen denken en ik vind het leuk hem in onze tuin in het noorden tegen te komen. Het zijn er 's zomers altijd maar enkelen; die met écht mooi weer gezellig mediterraan zitten te tjilpen.

dinsdag 8 november 2011

Tamme kastanje.


De tamme kastanje (castanea sativa) in onze tuin wordt ieder voorjaar op ongeveer manshoogte geknot. Dat levert een aantal haast twee meter lange, rechte takken op die als steunstokken kunnen worden gebruikt.
Als hij volledig zou mogen uitgroeien zou hij een groot deel van de zijtuin in de volle schaduw zetten. Wel jammer, want de boom komt daardoor niet tot bloei en draagt dus geen kastanjes. De boom is op het moment nog aardig groen, maar begint van onderaf te verkleuren en de eerste bladeren zijn gevallen. In het voorjaar loopt hij hier in het zuiden van Friesland echter vrij laat uit.
Als ik de boom zie denk ik aan warme landen rond de Middellandse Zee, waar hij veel voorkomt. Aan de Cevennen in Frankrijk bijvoorbeeld, waar we vaak geweest zijn.
In die streek, waar de bewoners in vorige eeuwen vaak in grote armoede leefden, was de tamme kastanje bron van inkomsten en zelfs basisvoedsel.
Men maakte er o.a. meel van en brood.
Wij pellen ze en koken ze; ook gepureerd zijn ze heerlijk.
Niet te verwarren met de voor mensen niet eetbare paardenkastanje ( aesculus hippocastanum)!

zaterdag 5 november 2011

Oogst begin november.

Twee handjes herfstframbozen, vier minikomkommertjes (melothria scabra) en een paar blaadjes bont barbarakruid (barbarea vulgaris variegata) plukte ik gisterenmiddag.
De frambozen had ik eigenlijk opgegeven; in september waren er alleen bloemetjes te zien op de uitlopers die een kleine 2 vierkante meter van mijn tuin in beslag nemen. Een rommelig geheel in het stukje dat ik voor  "moestuin" heb bestemd. "Als ik geen frambozen meer kan oogsten dit jaar, ruk ik jullie eruit" dacht ik. Ze hoorden het en leveren al een week of twee elke paar dagen één of twee handjes frambozen voor in de yoghurt. Frambozen schijnen supergezond te zijn; ik handhaaf ze dus.
De grappige minikomkommertjes, die oorspronkelijk uit Mexico afkomstig zijn, kunnen hier in de buitenlucht een flinke oogst opleveren aan de klimmende ranken. Hier stonden twee exemplaren in een pot en wat je boven ziet is ongeveer de helft van de totale oogst. Misschien nog eens proberen in de volle grond, je kunt ze als ze jong zijn rauw eten en ze hebben een lichte citroensmaak.
Het barbarakruid is een wilde plant die in het eerste jaar een rozet vormt die overwintert. De blaadjes - ook in de winter te oogsten - kun je snipperen door de sla, smaken een beetje zurig en zijn vitamine C-rijk. In het tweede jaar, als de bloemstengel verschijnt, worden de blaadjes minder smakelijk. Ook weer een handig plantje om - net als het eeuwig moes - de crisis mee te overleven.

vrijdag 4 november 2011

Novemberzomer: rozentijd.

Meer dan 17 graden op 4 november en een prachtige tros rozen aan de Rosa aspirine; een doorbloeiende struikroos 3 meter vanaf de noordmuur van ons huis. Verdraagt dus schaduw en ziet kans nog zo'n spectaculaire nabloei weg te geven!
Hij staat hier op wat zurige grond, krijgt in het vroege voorjaar altijd een handje kalk en een handje koemestkorrels toegeworpen én ik knik hem vanuit mijn keukenraam geregeld bemoedigend toe. Na het verwelken van de eerste bloemen in de zomer knip ik de bloeitak af boven een naar buiten gericht oog een eindje lager en dan volgt later nog een tweede bloei. Maar zó laat en zo gaaf...

Het was warm in de tuin, de vogels waren gestopt met hun herfstig geklaag en regelmatig zoemden er bijen langs.... zomergevoel.