vrijdag 29 september 2023

Haagwinde-pracht in het wild, maar niet in je tuin.

We troffen de haagwinde in volle glorie aan op een verwilderd terrein langs een bos bij Dwingeloo. Daar had deze plant kans gezien een aantal niet meer herkenbare struiken of stronken te overwoekeren, waardoor vele meer dan manshoge silhouetten ontstonden van een melancholieke schoonheid.

"Don't try it at home": in je eigen tuin heeft de plant als hardnekkig, snelgroeiend en woekerend (on)kruid een zeer slechte naam. De bloemen zijn gewoon mooi:

De haagwinde (Calystegia sepium) wordt vanwege de vorm van de bloem in Nederland wel pispotje genoemd. De Vlamingen zien dat anders en spreken van onze-lieve-vrouwe-glazeke.

Hoe dan ook, op deze merkwaardige plek maakte de "gestalten" van de haagwinde op mij een grote indruk. Jammer dat ik geen kans zag in de schemering een meer spookachtige foto te maken.








 

woensdag 2 augustus 2023

Zomerse blik op mijn bosachtige tuin.


Elk jaar gaat de tuin meer op een bostuin lijken. Ik heb het al eerder in vorige blogs gemeld: tot mijn grote vreugde.

Het vier jaar geleden door de stormen verwoeste stuk aan de westkant van de tuin is nu een dicht jong loofbos geworden, de bomen naderen een hoogte van drie meter:


Ook verder in de tuin krijg je een bosgevoel, mede door de hoogte van de bomen en de struiken. 

De tuin heeft nauwelijks geleden onder de 6 weken durende droogteperiode, maar de regens van de afgelopen week kwamen voor veel planten mooi op tijd.

Onze meest geliefde boom is uiteraard de inmiddels hoge Metasequoia, toch wel een vochtliefhebber:



De tamme kastanje, die jarenlang kwijnde, besloot dit jaar flink uit te groeien en zelfs een paar bloeistengels te maken:



Ik denk bij deze boom altijd aan de Cevennen in Zuid Frankrijk en dan krijg ik een vakantiegevoel.

Hieronder: doorkijkje langs de stammen van de tamme kastanje met links zicht op een groep bekervarens, die de droogte gelukkig ook goed doorstonden.



Langs de noordzijde van het huis kijken we in oostelijke richting op de grote, hoge eiken op het terrein van de gemeente:


Duidelijk zichtbaar is de desolate toestand van het buxushaagje links op de foto.

De oorzaak laat zich raden: onderstaande schoonheid, de Buxusmot, heeft de haagjes het vorig jaar ontdekt:



En dit jaar eten de rupsen in hoog tempo alle buxussoorten in mijn tuin op. De rupsetende mezen kunnen het niet bijhouden. Kijk eens op de detailfoto foto hieronder en tel de rupsen: hier kun je slechts lijdzaam toezien. Uiteraard ga ik hier op geen enkele manier strijd tegen voeren.




De buxusstruiken zullen in het winterseizoen wel opgeruimd gaan worden.

Het tuingebeuren bestaat niet alleen uit rozengeur en maneschijn, er is dus ook kommer en kwel.

Mijn tomaten gedijen in onderstaand eenvoudige kasje. Tegen wind en regen beschermd. Hoewel: tijdens de hevige zomerstorm Poly begin juli, waaide de kas om en moest ik de gekneusde tomatenstengels spalken met plakband: ze groeiden lustig verder.

Echter: niets kan op tegen het geluk dat een weelderige tuin je geeft.






woensdag 10 mei 2023

Leve speenkruid, daslook, hondstand en driekantig look!


Het lieflijke speenkruid, zo verguisd in vele tuinen, is de eerste groene bodembedekker in het vroege voorjaar en als het bloeit: één vrolijk geel veldje. Als je tenminste in staat bent er een tapijtje van te laten ontstaan. “Het woekert en verstikt al mijn planten” hoor ik vaak. Tja, ik kan dat niet onderschrijven. 

De bovenste foto is van 21 april

Vanaf eind maart tot eind mei bedekken de kleine blaadjes alle dorre plantenresten van het vorige seizoen. Na een week of wat sterft het bovengrondse blad af en een korte tijd is het veldje op sommige plekken weer bruin. Maar, intussen zijn de vaste planten, die er ook staan, al flink aan de groei en zie je dat dorre speenkruidblad niet meer. De kleine, speenvormige knolletjes rusten in de grond tot het volgende voorjaar. Ik zal na een maand nog eens foto’s plaatsen om dit te illustreren.


Naast het speenkruid ben ik ook blij met mijn vierkante meter daslook (zie hierboven, linksvoor op de foto op 10 mei). Daslook is vroeg groen en nu in bloei met witte bloempjes. Ook hiervan verdwijnt het blad na de bloei, en slapen de bolletjes tot het volgende vroege voorjaar. Daslook is wel aanzienlijk bescheidener in het voortplanten.




Zo ook de hondstand (Erythronium Pagoda) met de prachtige lichtgele bloemen (dit is naar mijn ervaring de sterkste soort) is al weer uitgebloeid en zal het blad langzaam verliezen. De bolletjes – lijkend op een hondentand, leven door in de grond. Deze “woekert” niet.

Ook de Boshyacint (Hyacinthoides non scripta), de zeldzame wilde soort en de Spaanse hyacint (Hyacinthoides hispanica) alsmede de kruisingen van beiden zijn mooie bolgewassen, waar je niet genoeg van kunt hebben. Zo’n veldje met de blauwe bloemen is van een grote schoonheid. Volgens mij heb ik alle drie soorten in de tuin.



Hierboven moet de Hispanica zijn.

Veel interessante en nuttige info hierover vind je bij de zeer instructieve blogpost van Anne Tanne.

Ook hier spreken mensen van woekeren. Ik kan dat niet begrijpen.

Ook deze bolletjes slapen zonder blad ondergronds.


Tot slot een laatste – ook weer bij sommigen controversiële soort – het driekantig look, Allium triquetrum (zie hierboven). Ook hier krijg je na jaren een veldje met mooie witte bloempjes in mei. Het blad komt al heel heel vroeg in het voorjaar en is wat vorstgevoelig, de plant moet zich hier zelf maar redden. Dit jaar bloeit hij prachtig. Ook hier weer verdwijnend blad na de bloei.




Overigens: wat hebben we een weelderig voorjaar. Voor het eerst na drie jaar hebben we weer een nat voorjaar, een zegen voor onze planten. Ik was vergeten hoe een echt overweldigend groen voorjaar eruit zag. Elke dag is het genieten.

Het was de afgelopen jaren meer overleven dan lekker doorgroeien voor heel veel planten, iedereen heeft dat in de tuin waargenomen.

Het natte voorjaar is helaas ook aan de koele kant. De zon maakt ook bepaald geen overuren.

Klagen zullen we niet, het groen leeft op.

woensdag 15 maart 2023

10 en 11 maart: heel even wondermooie sneeuw.


In zuid-oost Friesland hadden we afgelopen vrijdag 10 maart voor het eerst de hele dag sneeuwval.

Tegen de avond bleef het liggen en toen ik de volgende ochtend naar buiten keek, zag ik een prachtige, ongerepte, witte wereld.



Die echte mooie sneeuw: dikke droog gevroren plaksneeuw op bomen, struiken en overal.




Het zou al snel gaan dooien, geen tijd te verliezen: vóór achten al met de jas over de nachtkleding en de camera naar buiten.


De zon raakte de toppen van de bomen al, de lucht was teerblauw: het was jaren geleden, dat ik zulke mooie tuinfoto’s kon maken.


Tegen negen uur begon het al te dooien en gedurende de dag verdween het witte goedje snel.

Een dag later waren nog maar een paar witte plekken te zien.

Uiteraard kan de blog het niet zonder deze maartse winterfoto’s stellen, zulke sneeuw zal zeldzaam worden.


De temperatuur was twee dagen later 13 graden overdag! Eén dagje maar, met storm.

Nu rest slechts het diepe verlangen naar het voorjaar.

dinsdag 7 februari 2023

Eindelijk sneeuwklokjes, krokussen en ander moois.

De laatste dagen zie ik eindelijk de eerste sneeuwklokjes en vroege krokussen in de tuin voorzichtig uit de knopjes komen. 


De tuin ligt in zuid-oost Friesland, ligt wat dieper en krijgt in de winter weinig zon, maar deze bolgewasjes zijn wel 14 dagen later dan in de afgelopen twee jaar.


Op bepaalde andere plaatsen lopen vreemd genoeg krokussen en sneeuwklokjes terug. De krokussen bloeien één of twee jaar en daarna zie je ze niet meer. Sneeuwklokjes ook, één zielig, aangevreten bloemetje en het volgend jaar haast niets. Te droog in de zomer? Vraat van xzxzxzx? Ik weet het niet.

Mijn ideaal, een tuin, die wit ziet van de sneeuwklokjes, met paarse accenten van krokussen, die zich ieder jaar dus verder uitbreiden: nee.

Ik heb het idee dat twee andere vroege bloeiers zich inhielden: de mooie geurende Viburnum bodnantense “Dawn” (zie ook 1e foto bovenaan)



en de nog heerlijker zacht geurende struikkamperfoelie Lonicera fragrantissima.





Pas de afgelopen week zag ik beide struiken floreren en geuren.

Ook de mooiste katjeswilg, de Salix gracilistyla “Mount Aso”, toont op dit moment de katjes in volle glorie. Ik had twee exemplaren, maar de tweede is door de droogte afgelopen zomer omgekomen.


Gelukkig kon ik twee jonge planten, zelf uit stek opgekweekt, terug planten.

De tuin doet wat de tuin wil, en niet wat ik wil. 

Dat maakt tuinieren altijd weer spannend en boeiend.



 



dinsdag 29 november 2022

Steenmarter checkt vorige winterverblijf? Was JIJ het die…


in het vroege voorjaar mijn reukorgaan zo op de proef heeft gesteld met ingrijpende gevolgen?

Die de ruimte onder onze bijkeuken had uitverkoren als winterverblijf met binnen-w.c.?


Die daar geuren produceerde, die aanvankelijk leken op rioollucht, maar later meer weg hadden van een zoete, gasachtige stank, die vooral ‘s morgens hinderlijk aanwezig was?

Waardoor ik in eerste instantie het rioleringsbedrijf raadpleegde, die voor 300 euro een rookdetectie deed om eventuele lekken in de buizen op te sporen:

Geen lekken.

Die mij diverse malen door de bijkeuken deed kruipen met mijn neus in alle hoeken en gaten, waarna ik op de zaterdag voor Pasen boven de gasmeter die geur wel heel pregnant bespeurde.

“Wanneer u een gaslucht denkt te ruiken, dient u uw gasbedrijf te bellen” zo vertelde Google mij.

Het gasbedrijf achtte het noodzakelijk de brandweer alsmede een eigen medewerker naar ons toe te sturen. En droeg mij op: buitendeur open en alle levende wezens naar buiten…

Onze binnenkatten lokte ik met een zoet lijntje naar zolder, luik dicht: het huis zou toch niet meteen ontploffen, anders was het al gebeurd – man naar buiten.

Toen ik zelf naar buiten ging hoorde ik de sirene van de brandweer al. Minstens vier brandweerlieden sprongen uit de auto en renden stijf van de adrenaline over de oprit achterom de bijkeuken in met het gasdetecteerapparaat.

Geen of te weinig gas om te meten: wachten op het gasbedrijf.

Twee politieagenten bij de deur. “?”

“Wij moeten bij een gaslek de straat afzetten.”

“O, nee, wat heb ik gedaan, had ik maar nooit gebeld…”

Agente: “Mevrouw, als u denkt gas te ruiken, moet u dit melden”.

Na een tijdje kwam de medewerker van het gasbedrijf de meter demonteren, opnieuw aansluiten en de gasleidingen via een drukmeting controleren op lekken.

Geen lekken.

Men zei: het kan een beest zijn geweest, ratten of een steenmarter, die in de kruipruimte de stank veroorzaakten.

Toen iedereen na anderhalf uur weer vertrokken was, trokken wij de koelkast open om onze stress weg te eten met het grootste stuk taart daar aanwezig en veel sterke koffie.

In de weken erna trok de stank langzaam weg. Intussen brachten we zo veel mogelijk bij kieren en gaten langs de onderranden van het huis met gaas en stenen versperringen aan.




N.B. Manlief had al die maanden niets bijzonders geroken – zijn reukvermogen is de laatste jaren minimaal.

Toen het eind oktober weer kouder ging worden, besloten we de inmiddels aangeschafte Wildcamera weer te plaatsen bij de verdachte toegangsroute tot de krochten onder de bijkeuken. In de zomer leverde dat slechts beelden van de buurkatten op.

En ja hoor: twee weken geleden bij het uitlezen: beet! Een marterachtige (steenmarter?), die precies op de verdachte plekken zat te rommelen en te snuffelen, op foto en video.





Was jij het die je winterverblijf kwam inspecteren?

Ik spuit nu met stankjes ( etherische olie in een wateroplossing ; tea tree, citroen) langs de muur en voor alle zekerheid onder de auto. En hoop dat hij / zij een ander winterverblijf gaat zoeken.